RADIUS
CCA  Centrum voor Hedendaagse Kunst en Ecologie 

08 maart – 18 mei 2025

DE POLITIEKE GRENZEN VOORBIJ Hoofdstuk 1

EEN PARLEMENT VAN UILEN, EEN CONSORTIUM VAN KRABBEN, EEN CULTUUR VAN BACTERIËN, EEN ARBEID VAN MOLLEN, EEN BEDRIJF VAN FRETTEN, EEN BELEGERING VAN REIGERS, EEN SAMENZWERING VAN MAKI’S, EEN WIJSHEID VAN WOMBATS, EEN PANDEMONIUM VAN PAPEGAAIEN

Boek Tickets

— Een tentoonstellingsassemblage over meersoortige werelden, rond de centrale vraag: wie heeft er baat bij als soorten elkaar ontmoeten?

Deelnemende kunstenaars: Sander Blomsma, Elsa Brès, Gabi Dao, Anka Helfertová, Marianne Hoffmeister Castro, Manjot Kaur, Het Meersoortig Collectief, Jochen Lempert, Kris Lemsalu, Sonia Levy, nabbteeri, Thomas Pausz, Hanna Rullmann

Campagnebeeld EEN PARLEMENT VAN UILEN door Lisa Rampilli.

Wie heeft er baat bij, cui bono, als soorten elkaar ontmoeten?

Het prioriteit geven aan mensen leidt ook tot beperkende definities van wie wordt meegerekend als mens, en het gewelddadig bejegenen van dieren is verwant aan het gewelddadig bejegenen van menselijke dieren. De komende tijd zal dat een heel belangrijk activistisch thema zijn.

We leven in een tijd van toenemende maatschappelijke ongelijkheid en ecologische teloorgang, waarin we toekijken hoe met de snelle uitroeiing van levensvormen en een ongekend verlies aan biodiversiteit geschiedenis geschreven wordt. De oorzaken hiervan zijn te vinden in antropogene klimaatverandering, aangedreven door de voortdurende objectivering van onze leefomgeving als gevolg van het kapitalisme. Dit komt tot uitdrukking in een zichzelf voedende cyclus van vernietiging die tot ver in de toekomst zijn schaduw zal werpen. Door de voortplanting van menselijke en niet-menselijke dieren af te dwingen en te vercommercialiseren, verandert het kapitalisme lichamen in machines. Wat dat betreft hebben mensen veel gemeen met andere diersoorten, zowel met betrekking tot de omstandigheden rond hun welzijn als hun kwetsbaarheid, waarbij ze moeten werken en zich voorplanten volgens de klok van de markt in plaats van volgens hun eigen biologische ritme. Zouden we ons, in navolging van politicoloog Alyssa Battistoni, niet ook een voorstelling kunnen maken van “het ‘werk van de natuur’ als een collectieve, gelijk verdeelde inspanning van mensen en niet-mensen die door middel van reproductie, regeneratie en vernieuwing werken aan een gemeenschappelijke wereld.”?

Om de confrontatie aan te kunnen gaan met dit verraderlijke en complexe traject moeten we nieuwe manieren vinden om onze gedachten en materiële verhoudingen—onze ideologieën, economieën en ecosystemen—te organiseren. Als we deze gedachtentrant volgen, kan dit meersoortig tentoonstellingsassemblage dus gezien worden als een pleidooi voor een nieuwe politieke machtsbalans die de conventionele tweedeling tussen mensen en dieren herwaardeert, hervormt en zelfs verstoort en naar herstel zoekt in werelden waarin verschillende soorten en een veelheid aan levendige actoren verwikkeld zijn in onderlinge relaties. In die zin is deze tentoonstellingsassemblage dan ook niet uitsluitend bedoeld als een representatieve en metaforische exercitie, maar eerder als iets feitelijks en gevoelsmatigs met betrekking tot de wereld waarin wij daadwerkelijk leven—waarbij ‘assemblage’ hier opgevat moet worden als een samenscholing voor onbepaalde duur. Aan de hand van het werk van dertien kunstenaars, collectieven en belangengroepen, verdiept deze tentoonstelling zich in mogelijkheden om de reikwijdte te vergroten van relaties tussen verschillende soorten en omgevingen waarin meerdere soorten op gelijke voet samenleven. Als gevolg hiervan komt de nadruk te liggen op begrippen als becoming-with (worden-met, oftewel samen worden) en response-ability (het vermogen om verantwoordelijk te reageren of handelen). 

Daarmee plaatst deze tentoonstelling het levende dus in het middelpunt van de collectieve belangstelling; en dat terwijl wij als mensen een cultureel zelfbeeld hebben waarin wij onszelf doorgaans niet beschouwen als levende wezens en onszelf daardoor meestal buiten de vergelijking plaatsen. Uitsluitend-menselijke verhalen zullen geen constructieve bijdrage leveren in een tijd getekend door escalerende en onderling versterkende processen van biosociale vernietiging: van massa-extinctie tot klimaatverandering. Welke tactieken moeten we aanwenden om, zoals wetenschapsfilosoof Isabelle Stengers het noemt, te komen tot een ‘ecologie van praktijken’ waarin multisensorische, belichaamde kennis en zorg weer onderdeel kunnen worden van onze verhouding tot de veelzijdige en veelsoortige leefomgeving? In deze tentoonstelling worden vijf voorstellen gedaan die inhaken op meersoortige ecologische denkbeelden en praktijken. Dit gebeurt aan de hand van eenzelfde aantal modellen: een parlement, een vakbond, een gemeenschappelijke ruimte voor een gemeenschappelijke wereld, een netwerk, en een bijeenkomst rond een fontein in een tuin die ooit een begraafplaats was. Uiteindelijk is deze tentoonstellingsassemblage bedoeld als een verzamelplaats waar alles wat leeft en inert is met elkaar verbonden wordt. Een verzamelplaats die dient als uitgangspunt voor het verklaren van het maatschappelijke en het materiële, voorbij het strikt formele, en waarin we teruggeleid worden naar ons dier-zijn. 

Download tentoonstellingsbrochure

  1. Susan Leigh Star stelde als eerste voor: “Het is zowel analytisch interessanter als politieker om gewoon te beginnen met de vraag, cui bono?, dan om te beginnen met een viering van het feit van de vermenging van mens en niet-mens”: Star, “Power, Technologies, and the Phenomenology of Conventions,” 43. Zie ook Haraway, When Species Meet.
  2. Angela Davis en Astra Taylor, ‘Angela Davis on the Struggle for Socialist Internationalism and a Real Democracy’, Jacobin (oktober 2020).
  3. Alyssa Battistoni, ‘Bringing in the Work of Nature: From Natural Capital to Hybrid Labor’, Political Theory 45, no. 1 (februari 2017) 5–31.
  4. Isabelle Stengers, ‘Introductory notes on an ecology of practices’, Cultural Studies Review 11, no. 1 (maart 2005) 183–196. 

Samengesteld door Niekolaas Johannes Lekkerkerk.

Het DE POLITIEKE GRENZEN VOORBIJ-jaarprogramma van RADIUS in 2025, waar deze tentoonstelling onderdeel van uitmaakt, is mede mogelijk gemaakt door steun van het Mondriaan Fonds en de Gemeente Delft. Wij danken hen hartelijk voor hun steun!