RADIUS
CCA  Centrum voor Hedendaagse Kunst en Ecologie 

24 februari 2024 – 23 februari 2025

Jaarprogramma 2024

DE GRENZEN AAN GROEI

In 2024 presenteert RADIUS het programma DE GRENZEN AAN GROEI, over de verhoudingen tussen economie en ecologie. Aan de hand van vier tentoonstellingen en een publieks- en educatieprogramma, stellen we ons het doel om tegenwicht te bieden aan de globale en totaliserende werking van het geavanceerd kapitalisme als heersend economisch systeem. Door het inzetten van de verbeeldingskracht en het voorstellend vermogen van kunstenaars en andere belanghebbenden willen we met dit jaarprogramma de begripsbepaling van waarde, verlangen, overvloed en schaarste herzien in het licht van klimaatverandering en ecologisch verval. Hoe kunnen we weerstand bieden aan de totaliserende werking van kapitalisme en welzijn prioriteren boven winstmotief en -maximalisatie?

Beeld jaarprogramma DE GRENZEN AAN GROEI door Lisa Rampilli.

BIJ RADIUS IN 2024

⌀ HET VERLANGEN NAAR EEN DONUT(ECONOMIE)
⌀ BECOMING OTHER
24 FEBRUARI — 5 MEI 2024

De tentoonstelling HET VERLANGEN NAAR EEN DONUT(ECONOMIE) vormt de gespreksaanzet voor het jaarprogramma DE GRENZEN AAN GROEI. Aan de hand van het werk van twaalf kunstenaars geeft de tentoonstelling invulling aan een systeem waarin economisch en ecologisch welzijn in onderlinge samenhang wordt bezien. Hoe ziet een dergelijke meer-dan-menselijke en klimaat-inclusieve economie die recht doet aan een bredere welvaartsdefinitie eruit? Hoe distribueer je welvaart evenwichtig en welk politiek beleid voer je op een donut-economie, zodat bedrijven daadwerkelijk regeneratief te werk gaan? Voor leerlingen in het basisonderwijs presenteren we BECOMING OTHER, in samenwerking met bambi van balen & Branco van Gelder van TOOLS FOR ACTION. Aan de hand van kunstzinnige kostuums en diverse doe- en maakopdrachten kruipen de leerlingen letterlijk in de rol van meer-dan-menselijke levensvormen. Hoe ziet de wereld er uit door de ogen van een pissebed, een korstmos of een vleermuis? Op een performatieve, theatrale en interactieve manier onderzoeken leerlingen onderwerpen als massaproductie, milieuvervuiling en plastic soep.

⌀ VAN RASTER NAAR VECTOR: NEDERLAND WINSTLANDSCHAP
⌀ PILAR MATA DUPONT & ERIKA ROUX: SCENES FROM THE POLDER WESTERN
18 MEI — 25 AUGUSTUS 2024

De daaropvolgende tentoonstelling VAN RASTER NAAR VECTOR: NEDERLAND WINSTLANDSCHAP zoomt in op de maakbaarheid van het Nederlandse landschap, dat vanaf de aanleg van de eerste polder en de waterwerken tot aan de huidige stikstofcrisis vrijwel volledig geïndexeerd is geraakt op de vectoren van het geavanceerd kapitalisme. Is de horizon van winstmaximalisatie nog langer houdbaar in Nederland binnen het huidige klimaatregime? De kunstenaars in de tentoonstelling bieden een futuristische blik op de toekomst van het verkavelde Nederlandse landschap, als een raster waarop tegenstrijdige belangen over welzijn en welvaart, over economie, technologie, innovatie en ecologie, hoog spel spelen. Gelijktijdig presenteren we SCENES FROM THE POLDER WESTERN, een nieuwe, grootschalige audiovisuele installatie van kunstenaars PILAR MATA DUPONT en ERIKA ROUX. In een reeks vignetten worden verschillende personages geconfronteerd met mysterieuze veranderingen in het Nederlandse landschap, als een steeds groter wordende landmassa die eeuwenlang vakkundig door mensen is opgeëist van een vijandige Noordzee. 

⌀ FEMKE HERREGRAVEN: DIALECT
14 SEPTEMBER — 23 FEBRUARI 2025

Bij aanvang van het culturele seizoen presenteren we een grootschalige solotentoonstelling van FEMKE HERREGRAVEN. In haar werk onderzoekt Femke Herregraven op welke wijze materialen, natuurlijke hulpbronnen en geografische gebieden worden ingelijfd binnen financiële waardesystemen, technologieën en infrastructuren. Met bestaand en nieuw werk neemt deze tentoonstelling een voorschot op de toekomst, waarin de verwevenheid van klimaat en kapitaal, financiële speculatie binnen de wereldeconomie en de impact daarvan op ecologische netwerken centraal staat.

⌀ PARADOXES OF PLENTY
8 DECEMBER 2024 — 23 FEBRUARI 2025

We sluiten het jaarprogramma af met het discursieve publieksprogramma PARADOXES OF PLENTY. Daarin staat de vraag centraal of er alternatieven denkbaar zijn voor het kapitalisme als economisch systeem, dat structurele ongelijkheid in de hand werkt en doelmatig kapitaliseert op het idee van verlangen als een niet te bevredigen tekort. Hoe zorg je ervoor dat welvarende mensen een maatschappelijke en politieke boodschap—van schaarste en (zelf)opgelegde matigheid—ter harte nemen die ze onwelgevallig is, terwijl het meerendeel van de wereldbevolking tegelijkertijd alleen maar kan dromen van het hebben van een grotere CO2-voetafdruk? De deelnemers in het programma PARADOXES OF PLENTY kijken naar deze complexe maatschappelijke vraagbaak, met een kritische blik op de status quo, consumentenactivisme, en presenteren een reeks voorstellen rondom verlangen als een vorm van overvloed.

JAARPROGRAMMA DE GRENZEN AAN GROEI

(tekst loop verder onder de afbeelding)

Het ‘World 3’-model is ontwikkeld door Jay Forrester van het Massachusetts Institute of Technology en vertegenwoordigt een complex model van de planeet als één enkel systeem dat de effecten en gevolgen van menselijke activiteit en materiële consumptie met elkaar verbindt.

“[…] Het avontuur van de afgelopen drie eeuwen kan worden samengevat in het verhaal van een dubbele verplaatsing: van economie naar ecologie. Twee vormen van vertrouwde habitats, oikos: we weten dat de eerste onbewoonbaar is geworden en de tweede nog niet klaar voor ons is. De hele wereld is gedwongen over te stappen op ‘De Economie’, waarvan we nu weten dat het slechts een utopie is—of beter gezegd een dystopie, zoiets als opium voor het volk. Er wordt nu van ons gevraagd om plotseling met onze bagage naar de nieuwe woonplaats te verhuizen die ‘Ecologie’ wordt genoemd en die aan ons is verkocht omdat deze beter bewoonbaar en duurzamer is, maar die op dit moment niet méér vorm of inhoud heeft dan ‘De Economie’, die we zo graag achter ons willen laten. […] We zijn reizigers op doorreis, als ontheemde massa’s die momenteel ronddwalen tussen de dystopie van de economie en de belofte van de ecologie, en behoefte hebben aan een stedenbouwkundige die een onderkomen voor ons kan ontwerpen en ons tekeningen kan laten zien van een tijdelijke woonruimte op Aarde.” — Bruno Latour

INLEIDING

In 1972 verscheen het inmiddels vermaarde rapport De Grenzen aan Groei, gepubliceerd door de Club van Rome. Opgericht door een groep intellectuelen en grootindustriëlen, gaf deze club opdracht aan een team MIT-wetenschappers, onder leiding van Donella en Dennis Meadows, om het verband tussen de exponentiële groei van onze materiële consumptie en de gevolgen hiervan voor het klimaat en milieu op Aarde te onderzoeken. Het rapport, voor het eerst gebaseerd op computersimulaties, gaf een prognose en een uitwerking van een aantal scenario’s over de toekomst van grondstof- en voedselverbruik. De premisse van het rapport: binnen een aantal decennia raken de grondstofvoorraden op Aarde uitgeput. Destijds heeft het rapport van de Club van Rome grote impact in Nederland. Om de Aarde leefbaar te houden moeten we de economische groei beheersen, verkondigen prominente politici als Joop den Uyl: “De ongebreidelde werking van het winstmotief heeft geleid tot een omhoogtorende produktie van parasitaire aard. Wij dachten rijk te worden, maar wij werden arm, arm aan beschikbaar leefmilieu, aan welzijn”.  Nu, inmiddels vijftig jaar later, is de uitvoering van de kernboodschap van het rapport naar de achtergrond gedreven en weerbarstig gebleken. Dat komt onder meer door kortetermijndenken in de politiek, rond het begrotingstekort en werkgelegenheid, de opkomst van de neoliberale doctrine waarin iedereen profiteert van meer groei door het trickle-down-mechanisme, en de lobby van grote bedrijven om winstmaximalisatie op de eerste plek te zetten.

Verschillende uitgaven van De Grenzen aan Groei publicatie.

Met het rapport De Grenzen aan Groei als ankerpunt ontwikkelt RADIUS in 2024 een programma dat de verhoudingen tussen economie en ecologie beproeft. Aan de hand van een vijftal tentoonstellingen en een publieks- en educatieprogramma, stellen we ons het doel om tegenwicht te bieden aan de globale en totaliserende werking van het geavanceerd kapitalisme als heersend economisch systeem. Door het inzetten van de verbeeldingskracht en het voorstellend vermogen van kunstenaars en andere belanghebbenden willen we met dit jaarprogramma de begripsbepaling van waarde, verlangen, overvloed en schaarste herzien in het licht van klimaatverandering en ecologisch verval. Hoe kunnen we weerstand bieden tegen de totaliserende werking van kapitalisme en welzijn prioriteren boven winstmotief?

CONTEXT

Het concept van vooruitgang is failliet. Het maakt deel uit van de achttiende-eeuwse verlichtingsfilosofie die verkondigde dat kapitalistische ontwikkeling de wereld welvaart zou brengen. Achter het idee van vooruitgang ging de veronderstelling schuil dat het sociale leven, te beginnen met economische activiteiten, georganiseerd zou worden volgens rationele, wetenschappelijke principes. Het kind van de wetenschappelijke revolutie was de industrie, die enorme hulpbronnen vrijmaakte en alle taken moest verbeteren die nodig zijn voor onze reproductie. Dit betekende een volledige devaluatie van het verleden. De heersende gedachte was dat verbetering alleen in de toekomst zou plaatsvinden; kennis en gewoonten uit het verleden werden volledig gedevalueerd.” — Silvia Federici

De huidige sociaal-economische en politieke paradigma’s binnen het geavanceerd kapitalisme zijn allemaal onverminderd gebaseerd op de veronderstelling dat economische groei genoodzaakt is om het welvaartspeil te handhaven. Daarin leidt economische groei tot een toename van reële productie—wat een negatief effect heeft op zowel de samenleving als de leefomgeving en het klimaat—omdat het impliceert dat het bruto binnenlands product (BBP) als economische indicator exponentieel moet toenemen, aangezien we anders in een economische recessie terechtkomen. Nog altijd wringen overheden en bedrijven zich in de vreemdste bochten om de groei van de materiële welvaart te verantwoorden en stimuleren. Economische groei als de enige maatstaf voor vooruitgang, ontwikkeling en sociale welvaart, gemeten aan de hand van het BBP, is daarmee de obsessie van overheden, politici en beleidsmakers geworden, geleid door de gedachte dat toenemende economische groei de voorwaarden schept voor een beter leven, armoede uitroeit en de werkloosheid terugdringt. Dat het BBP geen onderscheid maakt tussen goede en slechte economische activiteiten en dat een hoger BBP direct correleert met een hogere CO2-uitstoot wordt veelal buiten beschouwing gelaten. Zoals wetenschapper en voorstander van het Groene Groei-principe Sam Fankhauser stelt is “het BBP een waardeloze maatstaf voor menselijk geluk: het is een maatstaf voor productie, geen maatstaf voor menselijk geluk. Een auto-ongeluk is goed voor de groei van het BBP.” In aanvulling hierop definiëren overheden, politici en beleidsmakers ‘gezondheid’ in een economie nog steeds als een stabiele en hoge groeisnelheid. Volgens deze paradigma’s zullen beperkingen en tekorten aan energie-, hulpbronnen en ‘symptomen’ zoals klimaatverandering die groei in de weg staan worden overbrugd zodra ze zich weten te transformeren door middel van innovatie en de inzet van nieuwe technologie. Deze manier van denken wordt vaak ‘technologisch optimisme’ of ‘veerkrachtspolitiek’ (resilience politics) genoemd: het stabiliseren van een uitsluitend mensgericht systeem, ten behoeve van het behoud van het gekende niveau van welzijn. Al rest de vraag: rekken we met technologische innovatie niet slechts de grenzen op van een systeem dat al overbelast is, zeker wanneer de overmatige schuldenlast aan de fossiele-brandstofeconomie hiermee in stand gehouden wordt? 

In tegenstelling tot het algemene kader van economische groei zijn er de laatste decennia nieuwe economische modellen ontwikkeld, waarvan de circulaire economie, groene groei en de donuteconomie de bekendste voorbeelden zijn. Gechargeerd gesteld zouden pleitbezorgers van de ‘circulaire economie’ ons recycling zonder restanten voorspiegelen, waar de voorstanders van ‘groene groei’ er van overtuigd zijn dat er altijd oplossingen bestaan om economische groei op enigerlei wijze los te koppelen van vervuiling en ecologische destructie. Ondanks dat deze modellen wel degelijk normatief, dat wil zeggen, binnen planetaire grenzen opereren, een begrenzing van groei en het winstmotief voorstellen, en duurzame groei zoals die van loonstijging aanmoedigen, blijft het de vraag of deze modellen ideaal en adequaat genoeg zullen zijn om de doelen (binnen de beperkte tijd) van het Akkoord van Parijs te halen.

Het programma van RADIUS is er in 2024 op gericht om de noodzaak van een groter economisch bewustzijn ten opzichte van ecologische effecten en afhankelijkheden te onderstrepen, en, vice versa, de noodzaak om ecologie meer bestendig te maken voor economische krachten, prikkels en beperkingen. Een dergelijke alomvattende benadering is noodzakelijk om een kentering in het bewustzijn teweeg te brengen, aangaande de schijntegenstelling tussen zorg voor de leefomgeving en zorg voor onszelf. Binnen het maatschappelijke en politieke debat over de verhouding tussen welzijn, klimaat en economie tekent zich er nog een tweede ogenschijnlijke tweedeling af, tussen de noodzaak van systeemverandering enerzijds, en het belang van consumentenactivisme anderzijds. Bij systeemverandering wordt prioriteit gegeven aan het herstellen van sociaal-economische weeffouten binnen bestaande systemen, het omverwerpen van precies die bestaande systemen, en het voorstellen van alternatieven daarvoor: het is een scala aan voorstellen gericht op klimaatbeleid dat recht doet aan ecologische en sociale grenzen. Bij consumentenactivisme wordt de verantwoordelijkheid voor systeemverandering juist bij consumenten gelegd, gericht op het emanciperen van consumenten en deze door individuele impact (door aanpassingen in koopgedrag en leefstijl) gezamenlijk een positieve bijdrage te laten leveren aan de klimaattransitie en de bestendiging van de leefomgeving. In beide houdingen verschilt de eindverantwoordelijke: is de overheid of de consument leidend? 

In 2024 kijkt RADIUS naar het spanningsveld tussen systeemverandering en consumentenactivisme en vraagt zich af: Hoe doorbreek je de ‘illusie van machteloosheid’ bij consumenten en burgers, immers: hoe kan je duurzaam leven in een onduurzaam systeem, waarbij de Nederlandse overheid bijvoorbeeld al meer dan veertig miljard aan fossiele subsidies uitkeert? Anderzijds: hoe zorg je ervoor dat welvarende mensen een politieke boodschap—van schaarste en (zelf)opgelegde begrenzing—ter harte nemen die ze onwelgevallig is, zelfs wanneer het merendeel van de wereldbevolking alleen maar kan dromen van een grotere CO2-voetafdruk? Bestaat er een economie die een samenleving, in de breedste zin van het woord, kan voorzien in het idee van welzijn, welvaart en overvloed, weliswaar gebonden aan ecologische grenzen, of is een dergelijk systeem een illusie? Hoe verleggen we de horizon van (groene) groei en winstmaximalisatie naar een meer holistisch economisch systeem waarin aandeelhouders plaatsmaken voor belanghebbenden en consumenten voor burgers, die op een wederkerige en onbaatzuchtige wijze bemiddelen tussen ecologische en economische belangen?

  1. Citaat uit Jaap Tielbeke, We Waren Gewaarschuwd (Amsterdam: Das Mag), 2022, p. 27. 
  2. Citaat van Sam Fankhauser uit het panelgesprek ‘How to Save the Planet: Degrowth versus Green Growth?’ (2022), met Jason Hickel en gemodereerd door Kate Raworth. Zie video (link)
  3. Geparafraseerd uit Lisa Doeland, ‘We waren gewaarschuwd, maar we hebben niet geluisterd’, Groene Amsterdammer, februari 2022. 

Het programma DE GRENZEN AAN GROEI is samengesteld door Niekolaas Johannes Lekkerkerk, met assistentie van Sergi Pera Rusca.

DE GRENZEN AAN GROEI is mede mogelijk gemaakt met ondersteuning van het Mondriaan Fonds, Gemeente Delft, Gieskes-Strijbis Fonds, Het Cultuurfonds, Stichting Zabawas, Van der Mandele Stichting, Stichting Mr. August Fentener van Vlissingen Fonds. Wij danken hen allen hartelijk voor hun steun!